Het lelijkste kunstwerk van Nederland?
Zelf een gekke plek gespot? Deel je locatie op deze blog!
Rust roest, Eerlijk duurt het langst
en Oost west, thuis best:
volkswijsheden bevatten vaak een kern van waarheid. Maar één tegeltjeswijsheid
zit er finaal naast: over smaak valt niet te twisten. Ik dácht het wel! Over smaak kan je eindeloos en vol overgave ruziën. Het Eurovisie Songfestival, Kabouter Buttplug*1 of de
huispakken van Roy Donders: ze worden pas echt interessant als de voor- en
tegenstanders elkaar in de haren vliegen. Of erger. Als je alle conflicten die uit
naam van smaak zijn uitgevochten uit het geschiedenisboeken zou schrappen,
hield je niet veel meer dan een cover over.
Vandaar dat ik ook zo blij ben met de verkiezing van het lelijkste
gebouw van Nederland. Een wedstrijd die helaas niet elk jaar plaatsvindt, maar
al wel twee edities achter elkaar dezelfde winnaars kende: architecten Branimir Medić en Pero Puljiz van Architekten
Cie*2. Het zal maar op je cv staan…
Dit voorjaar deed Evers Staat Op er nog een schepje bovenop. Het
radioprogramma op 538 riep z'n luisteraars op om kandidaten aan te dragen voor Het
Lelijkste Kunstwerk van Nederland*6. Yes, dacht ik. Kunst! Dat
werden gegarandeerd tirades over verspild belastinggeld. Over gedrochtelijke stukken schroot die de buurt ‘door
de strot waren geduwd’. Of over de slechte invloed van het kunstwerk. Ik dacht
aan het Dordrechtse bushokje in de vorm van een schedel*3, waardoor
kinderen niet meer naar school durfden. Aan het sinistere motorpaard in
Oudewater*4, dat op zijn rug ligt te zieltogen nadat het in zijn
buik is getroffen door een rondslingerend motorblok. Evers had een goudmijn
aangeboord!
Op de Facebookpagina van Evers Staat Op zag ik dat Het
Lelijkste Kunstwerk van Nederland zelfs al een gezicht had gekregen. Niet per se het lelijkste kunstwerk van ons
land - de wedstrijd moest immers nog beginnen - maar wel alvast een stip aan de
horizon. Een symbool voor hoe lelijk een kunstwerk kan zijn. Hoeveel leed je
als een bewoner moet verdragen als je dag in dag uit op zo'n horizonvervuilend
gedrocht uitkijkt.
Het kunstwerk heette De Slangendrager. Mijn eerste indruk was dat
het niet zozeer een lelijk kunstwerk was, als wel een ontzettend blauw
kunstwerk. Ik keek wie de maker was. Marcel Smink. Die kende ik. Althans, zijn
werk. Voor de Gekste Plek van Nederland was ik naar een totaalkunstwerk langs de A50*5 gereden, dat niet alleen
een groenstrook en picknicktafels omvatte, maar ook twee behoorlijk vreemde beelden. De beelden verwezen naar de Screaming
Eagles, de Amerikaanse luchtdivisie die aan het einde van de Tweede
Wereldoorlog had geprobeerd om Noord-Brabant te bevrijden. Toen ik probeerde ze
te fotograferen, torenden ze zo dreigend boven me uit dat ik onwillekeurig aan
de Dementors uit de Harry Potter-films dacht. Geen types om ruzie mee te krijgen.
Ik besloot om De Slangendrager van dichtbij te bekijken. Een week
later loodste mijn navigatiesysteem me door de rafelranden van Den Haag, dwars door randgemeenten die
alleen in naam nog onafhankelijk zijn. Voorburg, Rijswijk,
Leidschendam, Nootdorp. Bestemming aan
rijbaan linkerzijde, zei de navigatiedame. En toen zag ik hem. Een mythische figuur-zonder-hoofd,
die weliswaar dreigend twee slangen in de lucht hield, maar tegelijkertijd zo scheef op zijn sokkel stond dat hij elk moment ter aarde kon storten.
Hoewel de lucht onwaarschijnlijk blauw was, was De Slangendrager nóg
blauwer. Dat laatste kon kloppen, want ik las dat Marcel Smink het blauw had
ontleend aan het lazuur op het gemeentewapen van Nootdorp. Net als de slangen. Dat
het beeld zo scheef stond, had ook een reden: Nootdorp is gebouwd op slappe
veengrond waar zonder fundament nog geen bushokje overeind blijft.
Toch had ik nog niet meteen door wat er aan De Slangendrager schortte. Pas
toen ik een tijdje aan het fotograferen was, viel het kwartje. Het beeld was
niet alleen veel te blauw, maar vooral ook veel te uitgesproken voor z'n
omgeving. Te betekenisvol voor een doorgaande weg die vanuit Den Haag de
bebouwde kom van Nootdorp insluipt, een dubbele asfaltstrook, waar je als
automobilist maar één ding wil: gássen.
Op de plaats van het kunstwerk zou normaal gesproken iets lulligs
hebben gestaan. Een van die borden of stukken straatmeubilair die je al lang niet
meer bewust waarneemt, omdat ze zo volstrekt uitwisselbaar zijn. Een pijl die
verwijst naar de dichtstbijzijnde McDonalds. Of een bord dat aangeeft dat jouw
gemeente warme banden onderhoudt met partnerstad Klásterec nad Ohri in Tsjechië. Of was het Ra'anana in Israël?
Ik keek nog eens naar de Slangendrager. Eigenlijk best een indrukwekkend
beeld, dacht ik. Mooi was misschien een te groot woord, maar wat mij betreft hád
het wel wat.
En je kon er heel mooi over twisten.
*2
*3 *4 *5 De Stadshaard in Enschede, het
Doodshoofd in Dordrecht en het Motorpaard in Oudewater staan uitvoerig
beschreven in De Gekste Plek van Nederland (deel 2). Evenals Marcel Sminks
kunstwerk Shadows of Son Heath. Klik hier om het boek te bestellen.
*1
Over Kabouter Buttplug kun je meer lezen in De Gekste Plek van
Nederland deel 1.
*6 Het Lelijkste Kunstwerk van Nederland
werd op 5 mei bekend gemaakt in het radioprogramma Evers Staat Op. Het
Amstelveense kunstwerk Der Bogen (in de volksmond beter bekend als De
Drollenboog) sleepte de gevreesde titel in de wacht.
Reacties
Een reactie posten